Bronnen van binnenluchtverontreinigende stoffen

 

vrouwen-1 (1)

Het relatieve belang van een enkele bron hangt af van de hoeveelheid van een bepaalde verontreinigende stof die wordt uitgestoten, hoe gevaarlijk die emissies zijn, de afstand van de bewoners tot de emissiebron en het vermogen van het ventilatiesysteem (algemeen of lokaal) om de verontreinigende stof te verwijderen. In sommige gevallen zijn factoren zoals de leeftijd en onderhoudsgeschiedenis van de bron van belang.

Bronnen van luchtverontreiniging binnenshuis kunnen zijn:

Bouwplaats of locatie:De locatie van een gebouw kan gevolgen hebben voor de vervuiling binnenshuis. Snelwegen of drukke verkeersaders kunnen bronnen zijn van fijnstof en andere verontreinigende stoffen in nabijgelegen gebouwen. Gebouwen die zijn gelegen op grond die voorheen industrieel werd gebruikt of waar een hoge grondwaterstand is, kunnen leiden tot uitspoeling van water of chemische verontreinigende stoffen in het gebouw.

Gebouwontwerp: Ontwerp- en constructiefouten kunnen bijdragen aan luchtvervuiling binnenshuis. Slechte funderingen, daken, gevels en raam- en deuropeningen kunnen leiden tot het binnendringen van verontreinigende stoffen of water. Buitenluchtinlaten in de buurt van bronnen waar verontreinigende stoffen weer het gebouw in worden gezogen (bijv. stationair draaiende voertuigen, verbrandingsproducten, afvalcontainers, enz.) of waar uitlaatgassen weer het gebouw instromen, kunnen een constante bron van verontreinigende stoffen zijn. Gebouwen met meerdere huurders moeten mogelijk worden geëvalueerd om te garanderen dat de emissies van de ene huurder geen nadelige gevolgen hebben voor de andere huurder.

Ontwerp en onderhoud van gebouwsystemen: Wanneer het HVAC-systeem om welke reden dan ook niet goed functioneert, komt het gebouw vaak onder negatieve druk te staan. In dergelijke gevallen kan er infiltratie plaatsvinden van verontreinigende stoffen van buitenaf, zoals fijnstof, uitlaatgassen van voertuigen, vochtige lucht, verontreinigingen uit parkeergarages, enz.

Ook bij het herontwerpen of renoveren van ruimtes is het mogelijk dat het HVAC-systeem niet wordt aangepast aan de veranderingen. Zo kan bijvoorbeeld een verdieping van een gebouw met computerfaciliteiten worden omgebouwd tot kantoor. Het HVAC-systeem moet dan worden aangepast aan de bezetting door kantoormedewerkers (d.w.z. door temperatuur, relatieve luchtvochtigheid en luchtstroom aan te passen).

Renovatie-activiteiten: Tijdens schilder- en andere renovatiewerkzaamheden kunnen stof of andere bijproducten van de bouwmaterialen bronnen van verontreinigingen vormen die door een gebouw kunnen circuleren. Isolatie door middel van barrières en verhoogde ventilatie om de verontreinigingen te verdunnen en te verwijderen, wordt aanbevolen.

Lokale afzuigventilatie: Keukens, laboratoria, onderhoudswerkplaatsen, parkeergarages, schoonheids- en nagelsalons, toiletten, afvalruimtes, wasruimtes, kleedkamers, kopieerruimtes en andere gespecialiseerde ruimten kunnen een bron van verontreinigende stoffen zijn als ze niet beschikken over voldoende lokale afzuigventilatie.

Bouwmaterialen: Verstorende thermische isolatie of opgespoten akoestisch materiaal, of de aanwezigheid van natte of vochtige structurele oppervlakken (bijv. muren, plafonds) of niet-structurele oppervlakken (bijv. tapijten, gordijnen), kunnen bijdragen aan luchtvervuiling binnenshuis.

Gebouwinrichting: Meubels of meubelen die van bepaalde geperste houtproducten zijn gemaakt, kunnen vervuilende stoffen in de binnenlucht uitstoten.

Onderhoud van gebouwen: Werknemers in ruimtes waar pesticiden, schoonmaakmiddelen of persoonlijke verzorgingsproducten worden gebruikt, kunnen worden blootgesteld aan verontreinigende stoffen. Het laten drogen van gereinigde tapijten zonder actieve ventilatie kan de groei van microben bevorderen.

Activiteiten van de bewoners:De bewoners van gebouwen kunnen de bron zijn van luchtvervuiling binnenshuis. Tot deze vervuilende stoffen behoren bijvoorbeeld parfums en colognes.

 

Uit "Binnenluchtkwaliteit in commerciële en institutionele gebouwen", april 2011, Occupational Safety and Health Administration, ministerie van Arbeid van de VS

 


Plaatsingstijd: 4 juli 2022